Toegang
Voor de deelnemende NCD-leden aan het Commissarissen benchmarkonderzoek van 2017-2018 en/of aan de eerdere onderzoeken presenteren wij een rondetafelsessie op 22 mei 2018 naar aanleiding van het onderzoek van 2017-2018. Tijdens deze sessie behandelen we een specifiek thema uit dat onderzoek en gaan we met elkaar in discussie aan de hand van prikkelende stellingen.
Er zijn nog enkele plekken beschikbaar tijdens deze NCD sessie.
Programma
09.30 – 12.30 uur Presentatie van de resultaten en discussie
Locatie
Berghotel Amersfoort
Utrechtseweg 225
3818 EG Amersfoort
routebeschrijving
Prijs
Gratis voor NCD leden en hun introducés.
PE-punten
De sessie levert 3 PE punten op.
Inhoud sessie
Dit jaar hebben naast de commissarissen ook niet-commissarissen, leden van RvB’s/directies en secretarissen van RvC’s, meegewerkt. Op diverse gebieden lopen de opvattingen van aan de ene kant de commissarissen en aan de andere kant de niet-commissarissen uiteen. Verschillen manifesteren zich o.a. bij de veronderstelde kwaliteit van de competenties en de verbeterwensen van RvC’s. Wat zegt dat dan over het zelfkritisch vermogen van een RvC/commissaris? En in het verlengde daarvan ook over het kunnen invullen van de werkgeversrol. Welke rol speelt de relatie van de RvC met het senior management in het kader van succession planning m.b.t. de RvB? Of is dat de verantwoordelijkheid van de RvB? En hoe zit de vrouwelijke commissaris in de wedstrijd? Heeft zij andere opvattingen dan haar collega’s?
Evaluaties van RvC en RvB blijken ook volgens commissarissen zelf de nodige tekortkomingen te vertonen. Hoe wordt er met eventuele lacunes omgegaan, bijscholing, aanpassing samenstelling of ….? Waarop wordt een RvB beoordeeld? Hoe is de verhouding tussen de selectie- en benoemingscommissie en de voltallige RvC ten aanzien van benoemingen van RvB- en RvC-leden? Hoe en door wie worden selectie- en beoordelingscriteria opgesteld? Wie beoordeelt of aan de selectiecriteria is voldaan? Kunnen lacunes in RvC en RvB worden opgelost met bijscholing? Zo ja, hoe gestructureerd wordt bijscholing/permanente educatie opgepakt en hoeveel tijd wordt daaraan besteed? Welke rol moet bijscholing spelen t.b.v. een eventuele certificering van de individuele commissaris? Of moet er misschien een keurmerk voor de RvC komen?
We lezen in de literatuur, in de vakbladen en in de media dat het commissariaat of toezichthouderschap steeds meer tijd vraagt. Dit lijkt een logisch voortvloeisel als je als commissaris meer data moet verwerken, meer je vergaderkamer uit moet, meer onderlinge afstemming hebt, meer stakeholders relaties onderhoudt en meer toezicht taken krijgt al of niet opgelegd door interne of externe stakeholders.
In het commissarissen benchmarkonderzoek is in de meest recente editie ook onderzoek gedaan naar tijdbeslag van de toezichthouder en de daarbij behorende en gewenste vergoeding. Voor de partners van sommige commissarissen misschien een reden om een andere baan (erbij) te nemen. Hele interessante resultaten en het zorgt in ieder geval voor veel stof voor discussie en reflectie. Maar misschien moet een commissaris eens minder tijd besteden aan het commissariaat door de werkwijze en misschien ook wel samenstelling van de RvC aan te passen? Heeft u ideeën? Wij in ieder geval wel.